We waren een heerlijke week op Vlieland. Zonder kind, met een stapel boeken. Ik las Grote verwachtingen van Geert Mak, Facebook: The Inside Story van Steven Levy en wist me eindelijk door Leisure: The Basis of Culture van Josef Pieper te worstelen. We keken het tweede seizoen van Narcos: Mexico (hoe kun je denken dat de uitkomst van de drugs-industrie anders zou zijn dan de dood of de gevangenis?), de film Jackie over de moord op JFK vanuit het perspectief van zijn vrouw (voor wie organiseer je een begrafenis?) en de bijzonder aangrijpende serie When They See Us (Netflix) over de Central Park jogger case (als het systeem zich tegen je keert zit je muurvast).

Wat gedachten over wat ik las en keek.

Geert Mak kijkt in zijn boek terug op de jaren 1999 tot 2019. Het is een vervolg op het (vond ik) fantastische boek In Europa. Mak beschouwt, zet zorgvuldig op een rij en maakt de geschiedenis persoonlijk door de ‘harde’ historie te vermengen met persoonlijke verhalen van vrienden overal op het continent. Ik ben optimistisch ingesteld, en pro-Europa, maar door dit boek wordt wel helder dat er veel werk aan de winkel is. Er zijn lichtpuntjes in een grotendeels steeds donker wordend perspectief op Europa: kan een slimme manier worden gevonden voor een soepele samenwerking tussen de zo verschillende lidstaten? Mak:

De EU moet zo, als politieke constructie, de komende decennia een antwoord zien te vinden op sterk uiteenlopende zaken – snelle technologische veranderingen, telkens nieuwe eisen van een wereldeconomie, fundamentele verschuivingen in mondiale machtsverhoudingen – en tegelijk de democratische, sociale en culturele grondslagen van al die verschillende Europese samenlevingen respecteren. Het is en blijft, zoals de zaken nu staan, een bijna onmogelijke opdracht.

Ook treffend vind ik hoe Mak omschrijft dat we in Europa altijd enorm hebben opgekeken naar de Amerikanen. Hoe ze ons al verschillende keren uit de brand hielpen en daarin de leiding namen. Trump slaat, zacht gezegd, een andere koers in, maar daar weten we in Europa nog niet echt raad mee. Er is ruimte voor een nieuwe wereldmacht, maar Mak lijkt er niet echt van overtuigd dat de EU die rol ook maar enigszins zou kunnen innemen.

Technologie dan? Als Mak het er al over heeft, dan is het kritisch. En het uitvoerige verslag van de hele geschiedenis van Facebook is een mooi voorbeeld van hoe technologie ons van de regen in de drup helpt (ik heb het dan vooral over de beïnvloeding van verkiezingen in de US door Rusland). Ik had het al veel langer op m’n lijstje, maar na het lezen van het boek verwijderde ik definitief m’n Facebook- en Instagram-account. Hoewel het grootste leed waarschijnlijk toch al geleden is voelt het op z’n minst als fijne opruiming.

Levy besteedt ook uitgebreid aandacht aan de aankoop van WhatsApp door Facebook. Waar er bij die aankoop afspraken werden gemaakt over de zelfstandigheid van de app, werd die afspraak steeds verder uitgehold: de founder van WhatsApp besloot uiteindelijk te vertrekken. De eerste advertenties zijn al zichtbaar in de app. Een eigenaar of CEO met een goed afgesteld moreel kompas is geen enkele garantie. Veel mensen staan nu op de banken voor Apple, vanwege hun privacy-beleid. Maar met een andere CEO, die minder standvastig is naar gretige aandeelhouders, kan het zomaar afgelopen zijn met dat standpunt.

Het voelt tegelijk ook dubbel, om technologie zo af te schrijven. Ik blijf optimistisch. Sterker nog: je kunt wel zonder technologie willen maar het is simpelweg onmogelijk. Het is wel belangrijk dat we een nieuw model uitvinden waardoor we slimmere keuzes gaan maken die voor de lange termijn goed zijn. Denk aan het ‘B Corp’-keurmerk, waar een groeiende groep ondernemingen aan voldoet: ‘Business as a force for good’. Wat me ook opnieuw opviel uit Mak’s verhaal: het is de implementatie waar het vaak aan schort. Niet eens zozeer de ideeën die niet goed genoeg zijn. Daar zou technologie ons heel goed bij moeten kunnen helpen.

Ego, eigenbelang en tunnelvisie zorgt voor problemen bij bedrijven zoals Facebook, maakt blind voor onze eigen denkfouten (zoals in de Central Park-case het geval lijkt), en zorgde in het UK voor een allesbepalend referendum over de Brexit. De gevolgen daarvan kennen we. Zou er, zoals het ‘B Corp’-keurmerk, iets soortgelijks te bedenken zijn om te waarborgen dat politici en overheden keuzes maken in het belang van de inwoners, en niet simpelweg de keuzes maken waardoor ze aan de macht blijven? En hetzelfde geldt natuurlijk voor mijn eigen keuzes: hoe kan ik die beter afstemmen zodat ze op lange termijn beter zijn voor mijzelf en mijn gezin?

Leisure gaat over heel wat anders. In de twee essays van Pieper, inmiddels meer dan 50 jaar oud, omschrijft hij dat we inmiddels terecht zijn gekomen in een ‘wereld die draait om werk’. Lijkt me relevant voor ons, dus. Zelfs onze ontspanning is gericht op ‘opladen’, zodat we daarna weer fris en fruitig aan de slag kunnen gaan. Pieper: ‘The tendency to overvalue hard work and the effort of doing something difficult is so deeply rooted that it even infects our notion of love.’ Hij vervolgt: ‘man seems to mistrust everything that is effortless’. Ik vond het wel confronterend, want. Pieper betoogt dat ultieme ontspanning pas kan plaatsvinden wanneer we helemaal oké zijn met onszelf. Wanneer we toegeven aan onze natuur. Er is dan dus geen ‘juiste’ manier van ontspannen, maar wel een die juist is voor jou.

Het toegeven aan ontspannen, de dingen laten gebeuren, voelt ook een beetje als opgeven. Ik houd er (zoals Pieper treffend schreef) inderdaad van om zwaar werk belangrijker te maken dan wat eenvoudig is en wat gemakkelijk komt. Het kan namelijk ook wel een beetje voelen als excuus om niet die ingewikkelde problemen te lijf te gaan. Om niet nuttig te zijn. Pieper citeert een brief van Goethe uit 1830: ‘I have never bothered or asked in what way I was useful to society as a whole; I contented myself with expressing what I recognized as good and true. That has certainly been useful in a wide circle; but that was not the aim; it was the necessary result.’ Een mooi begin, om jezelf vaker af te vragen: ‘wat is goed en waar?’ en misschien heeft het wel een groots effect. Maar misschien is het ook wel gewoon een beetje lui om jezelf niet af te vragen hoe jij zinvol bijdraagt. Bedenken dat je baan ‘goed’ is omdat je ermee zorgt voor je gezin ligt voor de hand, maar uitwerken waarom wat jij doet goed is voor de gemeenschap, of voor de wereld, is geen antwoord dat komt aanwaaien. Het aantal pagina’s laat vermoeden dat je het boekje zo uit hebt, maar het is een verre van ontspannen boek. In tegenstelling tot de titel doet hopen.

De vraag naar zingeving is overal. Hij dringt zich aan je op als je de jonge gasten opgepakt en veroordeeld ziet worden in When They See Us en bedenkt dat ze al die jaren zonder reden achter de tralies zaten. Maar ook in Jackie kwam hij aan de orde, wanneer Bobby (de broer van JFK, minister van justitie onder zijn broer) zich afvroeg wat ze nu echt voor elkaar hadden gekregen. Zelfs als president is het dus niet vanzelfsprekend dat je voelt dat het zin heeft wat je doet. Of als first lady. Moeten we daarom meer energie steken in het leren omgaan met het idee dat veel dingen zinloos zijn of dat we zaken niet kunnen veranderen? Of moeten we juist alle aandacht besteden aan verkennen van andere routes voor meer dat ‘goed en waar’ is?

En dat wordt urgent door de dingen die spelen en zo helder worden beschreven in het boek van Geert Mak: op hoog niveau – hoe gaan we met elkaar om op deze planeet? En hoe houden we die planeet leefbaar? Ik broed op manieren om daar een rol in te spelen. En dus geeft het boek me energie. Het laat zien dat er een hoop te doen is, maar ook een hoop te winnen.

Mak sluit zijn boek met: ‘Nooit, nooit lijkt de toekomst op het heden’. Dat kan verlammen: wat staat ons te wachten? Maar het kan ook hoop geven. Alles zal anders zijn. Sterker nog: ondanks de grote uitdagingen die we overgeleverd krijgen uit het verleden hebben we wel degelijk een onbeschreven toekomst. Het is aan ons om die zo mooi mogelijk in te kleuren.