“The answer almost always is to increase quality”

Yvon Chouinard in let my people go surfing:

Whenever we are faced with a serious business decision, the answer almost always is to increase quality. When we make a decision because it’s the right thing to do for the planet, it ends up also being good for the business.

Het is verbazingwekkend dat we zoveel systemen en structuren hebben die ons (bedrijven, teams, individuen) bewegen naar snelle resultaten over kwaliteitswerk. Het succes van Patagonia is Apple-achtig (of misschien meer nog Apple zoals het onder Jobs was): de gebruiker, de klant, de kwaliteit voorop.

“I don’t believe in sprints”

Soms is het goed om je eigen perspectief te testen – ik ben wel een fan van cycles of sprints, omdat ik denk dat het me uitdaagt om na te denken over wat belangrijk is en wat niet. En ik merk bij mezelf dat het me soms net dat beetje extra motiveert om iets af te maken. Zonder deadline krijgt al het andere met wel een deadline voorrang. Vaak zijn dat de urgent/niet-belangrijke zaken.

Maar, sprints plannen, cycles voorbeiden: het kan wel degelijk een afleiding zijn en veel extra werk opleveren. En wat eigenlijk het meest belangrijk is – wat is eigenlijk het meest belangrijk? – verdwijnt dan naar de achtergrond of naar de volgende sprint, omdat we dat nu eenmaal hebben afgesproken.

The next most important thing, the thing right around the corner, is all that matters. And that stuff you’ll remember if you’re paying close attention. Discard everything else. Focus!

GRACE: President Obama and Ten Days in the Battle for America

Zin in een hoopvol boek. Keenan:

I wrote this book because those ten days are a story that demanded to be told. I want it to do for young people, like my students, what other books once did for me: convince them that politics can be a worthy, collegial, and even joyous endeavor that’s worthy of their efforts.

Wel een wat hoge kans op snackboek-materiaal, wat ik ook had bij het boek van Ben Rhodes en in mindere mate bij het eerste deel van de memoires van Obama. We gaan het zien.

Metronomic precision

Every year, with metronomic precision, it delivers another new set of hardware and software, and another set of technology building blocks that fit into a decade-long strategic plan. Never mind Apple in the 1990s — Microsoft in the 1990s could never manage this. Every year a whole new phone arrives, exactly on schedule, keeping or leading the pace for the entire industry, and then ships in the hundreds of millions of units, machined out of aluminium and stainless steel, at a 40 per cent gross margin. This is very hard.

Goed stuk over ‘the Cook machine’ van Apple: de militaire precisie die nodig is om jaar na jaar kwaliteitsproducten te lanceren.

Notes bij het proberen van Todoist

Ik heb me – sinds lange tijd – laten verleiden een experiment te doen met mijn takenlijst. Ik gebruik als jaren OmniFocus (alleen voor Mac/iOS), maar wilde nu toch echt eens Todoist proberen. Een cross-platform en API-first takenplatform. Ik was met name geïnteresseerd in het samenwerken.

Mijn ervaring is niet zo goed, om eerlijk te zijn. Hieronder mijn notes:

  • Meest belangrijk: Todoist voor Mac is geen écht native app. Dat voel je aan alles: je kunt niet gemakkelijk met je toetsenbord meerdere taken selecteren. Of scherper nog: met je toetsenbord kom je niet ver. Ik merk nu opnieuw hoeveel ik met m’n toetsenbord doe, ik raak mijn muis tijdens het werken eigenlijk maar nauwelijks aan.
  • Voorbeeld: wanneer je een taak toevoegt aan een project en je hebt de focus op het datumveld kun je met je toetsenbord het scherm niet sluiten. Je kunt ook met je toetsenbord een taak niet verwijderen of markeren als gedaan.
  • Bij het verwijderen van een taak krijg je telkens een ‘weet je het zeker?’ vraag. Irritant. Slimmer zou zijn om te zorgen voor een fatsoenlijke ‘undo’ (werkt ook nergens in de app op Mac).
  • Er is geen hotkey om naar je inbox te springen.
  • Het idee van een e-mailadres per lijst is wel erg nice. Daaraan merk je dat Todoist is gebouwd op een solide en centrale backend. Net als de andere integraties. Samenwerken aan een takenlijst werkt echt perfect en dat blijf ik wel echt missen in OmniFocus. Gebruik nu drie lijsten met Joàn: Huis, Boodschappen en Te bespreken. Daar moet ik een alternatief voor vinden.
  • Irritant dat je geen hele lijst kunt herhalen. Dat moet je per taak instellen.
  • Ik mis de ‘Review’ functie van OmniFocus, voor tijdens mijn Weekly Review.
  • In Things kun je een taak met een toetsencombinatie voor vandaag markeren, dat mis ik.
  • Het automatisch afleiden van de datum/tijd aan de hand van de taak zat me eigenlijk direct al in de weg en werkt vaker niet dan wel goed. Gelukkig kun je die functie uitzetten.
  • De interface mist een refresh knop / sync status. Moest de app geregeld refreshen om het overzicht weer kloppend te maken.

Ik ben dus weer terug bij OmniFocus, wat ook zeker z’n beperkingen kent. In GRIP raad ik Todoist aan (als cross-platform tegenhanger voor het fijne Things), maar ik twijfel er nu stevig aan om Todoist in mijn boek te vervangen voor TickTick.

Dock van je Mac instellen voor optimale snelheid

Ik heb mijn Dock altijd links in m’n scherm, want daarmee neemt hij minder ruimte in beslag in de hoogte. En verder verberg ik m’n Dock automatisch (net als de menubalk bovenin). Minder dingen in je scherm betekent minder kans op afleiding.

Je Dock verschijnt dan wanneer je met je muis in de buurt komt, maar standaard gebeurt dat met een animatie die bovendien vertraagd is. Dat kun je fixen met deze commando’s:

defaults write com.apple.dock autohide-time-modifier -int 0; defaults write com.apple.dock autohide-delay -float 0; killall Dock

Groetjes van m’n toekomstige zelf.

Streamen naar Youtube vanaf je iPhone met minder dan 1000 abonnees

Vorige week deed ik een livestream waarin ik de lancering van het GRIP Membership aankondigde.

Ik had in eerste instantie een opzet met mijn Canon 80D, die ik met de Elgato Cam Link 4K verbonden had aan mijn Macbook. Van daar was ik van plan middels OBS te streamen naar Youtube.

Het eerste probleem was de beeldkwaliteit: mijn MacBook Air produceerde zeer middelmatige beeldkwaliteit. Ik had me ermee verzoend, met de mentale kanttekening dat ik voor een volgende stream wat anders moest regelen om het beeld te encoden.

Maar een uur voor de stream gaf de Elgato ineens de geest. Het lampje ging niet meer aan, wat ik ook probeerde. Ik vond via Google ook veel mede-slachtoffers, waarbij de Cam Link er spontaan mee ophield. De enige oplossing was inruilen. Maar daar had ik geen tijd voor, want mijn geplande livestream begon binnen het uur.

Toen dacht ik: ik installeer de Youtube app, en dan stream ik wel vanaf m’n iPhone. Dat was ook een doodlopend spoor, want daarvoor moet je minstens 1000 abonnees op je kanaal hebben. En dat heb ik niet.

Uiteindelijk vond ik een app (ik probeerde er een stuk of 5) die het perfect deed: BroadcastMe.

Streamen is makkelijk: maak via de Youtube Studio een streaming event. Download de BroadcastMe app, en voer daar de link + sleutel in, die je uit Youtube Studio haalt. Je kunt nu in Youtube Studio je beeld previewen. Als je tevreden bent en live wilt gaan, dan klik je in Youtube Studio op ‘Ga live’.

Wat Geert Mak, Mark Zuckerberg en Josef Pieper te maken hebben met zingeving

We waren een heerlijke week op Vlieland. Zonder kind, met een stapel boeken. Ik las Grote verwachtingen van Geert Mak, Facebook: The Inside Story van Steven Levy en wist me eindelijk door Leisure: The Basis of Culture van Josef Pieper te worstelen. We keken het tweede seizoen van Narcos: Mexico (hoe kun je denken dat de uitkomst van de drugs-industrie anders zou zijn dan de dood of de gevangenis?), de film Jackie over de moord op JFK vanuit het perspectief van zijn vrouw (voor wie organiseer je een begrafenis?) en de bijzonder aangrijpende serie When They See Us (Netflix) over de Central Park jogger case (als het systeem zich tegen je keert zit je muurvast).

Wat gedachten over wat ik las en keek.

Geert Mak kijkt in zijn boek terug op de jaren 1999 tot 2019. Het is een vervolg op het (vond ik) fantastische boek In Europa. Mak beschouwt, zet zorgvuldig op een rij en maakt de geschiedenis persoonlijk door de ‘harde’ historie te vermengen met persoonlijke verhalen van vrienden overal op het continent. Ik ben optimistisch ingesteld, en pro-Europa, maar door dit boek wordt wel helder dat er veel werk aan de winkel is. Er zijn lichtpuntjes in een grotendeels steeds donker wordend perspectief op Europa: kan een slimme manier worden gevonden voor een soepele samenwerking tussen de zo verschillende lidstaten? Mak:

De EU moet zo, als politieke constructie, de komende decennia een antwoord zien te vinden op sterk uiteenlopende zaken – snelle technologische veranderingen, telkens nieuwe eisen van een wereldeconomie, fundamentele verschuivingen in mondiale machtsverhoudingen – en tegelijk de democratische, sociale en culturele grondslagen van al die verschillende Europese samenlevingen respecteren. Het is en blijft, zoals de zaken nu staan, een bijna onmogelijke opdracht.

Ook treffend vind ik hoe Mak omschrijft dat we in Europa altijd enorm hebben opgekeken naar de Amerikanen. Hoe ze ons al verschillende keren uit de brand hielpen en daarin de leiding namen. Trump slaat, zacht gezegd, een andere koers in, maar daar weten we in Europa nog niet echt raad mee. Er is ruimte voor een nieuwe wereldmacht, maar Mak lijkt er niet echt van overtuigd dat de EU die rol ook maar enigszins zou kunnen innemen.

Technologie dan? Als Mak het er al over heeft, dan is het kritisch. En het uitvoerige verslag van de hele geschiedenis van Facebook is een mooi voorbeeld van hoe technologie ons van de regen in de drup helpt (ik heb het dan vooral over de beïnvloeding van verkiezingen in de US door Rusland). Ik had het al veel langer op m’n lijstje, maar na het lezen van het boek verwijderde ik definitief m’n Facebook- en Instagram-account. Hoewel het grootste leed waarschijnlijk toch al geleden is voelt het op z’n minst als fijne opruiming.

Levy besteedt ook uitgebreid aandacht aan de aankoop van WhatsApp door Facebook. Waar er bij die aankoop afspraken werden gemaakt over de zelfstandigheid van de app, werd die afspraak steeds verder uitgehold: de founder van WhatsApp besloot uiteindelijk te vertrekken. De eerste advertenties zijn al zichtbaar in de app. Een eigenaar of CEO met een goed afgesteld moreel kompas is geen enkele garantie. Veel mensen staan nu op de banken voor Apple, vanwege hun privacy-beleid. Maar met een andere CEO, die minder standvastig is naar gretige aandeelhouders, kan het zomaar afgelopen zijn met dat standpunt.

Het voelt tegelijk ook dubbel, om technologie zo af te schrijven. Ik blijf optimistisch. Sterker nog: je kunt wel zonder technologie willen maar het is simpelweg onmogelijk. Het is wel belangrijk dat we een nieuw model uitvinden waardoor we slimmere keuzes gaan maken die voor de lange termijn goed zijn. Denk aan het ‘B Corp’-keurmerk, waar een groeiende groep ondernemingen aan voldoet: ‘Business as a force for good’. Wat me ook opnieuw opviel uit Mak’s verhaal: het is de implementatie waar het vaak aan schort. Niet eens zozeer de ideeën die niet goed genoeg zijn. Daar zou technologie ons heel goed bij moeten kunnen helpen.

Ego, eigenbelang en tunnelvisie zorgt voor problemen bij bedrijven zoals Facebook, maakt blind voor onze eigen denkfouten (zoals in de Central Park-case het geval lijkt), en zorgde in het UK voor een allesbepalend referendum over de Brexit. De gevolgen daarvan kennen we. Zou er, zoals het ‘B Corp’-keurmerk, iets soortgelijks te bedenken zijn om te waarborgen dat politici en overheden keuzes maken in het belang van de inwoners, en niet simpelweg de keuzes maken waardoor ze aan de macht blijven? En hetzelfde geldt natuurlijk voor mijn eigen keuzes: hoe kan ik die beter afstemmen zodat ze op lange termijn beter zijn voor mijzelf en mijn gezin?

Leisure gaat over heel wat anders. In de twee essays van Pieper, inmiddels meer dan 50 jaar oud, omschrijft hij dat we inmiddels terecht zijn gekomen in een ‘wereld die draait om werk’. Lijkt me relevant voor ons, dus. Zelfs onze ontspanning is gericht op ‘opladen’, zodat we daarna weer fris en fruitig aan de slag kunnen gaan. Pieper: ‘The tendency to overvalue hard work and the effort of doing something difficult is so deeply rooted that it even infects our notion of love.’ Hij vervolgt: ‘man seems to mistrust everything that is effortless’. Ik vond het wel confronterend, want. Pieper betoogt dat ultieme ontspanning pas kan plaatsvinden wanneer we helemaal oké zijn met onszelf. Wanneer we toegeven aan onze natuur. Er is dan dus geen ‘juiste’ manier van ontspannen, maar wel een die juist is voor jou.

Het toegeven aan ontspannen, de dingen laten gebeuren, voelt ook een beetje als opgeven. Ik houd er (zoals Pieper treffend schreef) inderdaad van om zwaar werk belangrijker te maken dan wat eenvoudig is en wat gemakkelijk komt. Het kan namelijk ook wel een beetje voelen als excuus om niet die ingewikkelde problemen te lijf te gaan. Om niet nuttig te zijn. Pieper citeert een brief van Goethe uit 1830: ‘I have never bothered or asked in what way I was useful to society as a whole; I contented myself with expressing what I recognized as good and true. That has certainly been useful in a wide circle; but that was not the aim; it was the necessary result.’ Een mooi begin, om jezelf vaker af te vragen: ‘wat is goed en waar?’ en misschien heeft het wel een groots effect. Maar misschien is het ook wel gewoon een beetje lui om jezelf niet af te vragen hoe jij zinvol bijdraagt. Bedenken dat je baan ‘goed’ is omdat je ermee zorgt voor je gezin ligt voor de hand, maar uitwerken waarom wat jij doet goed is voor de gemeenschap, of voor de wereld, is geen antwoord dat komt aanwaaien. Het aantal pagina’s laat vermoeden dat je het boekje zo uit hebt, maar het is een verre van ontspannen boek. In tegenstelling tot de titel doet hopen.

De vraag naar zingeving is overal. Hij dringt zich aan je op als je de jonge gasten opgepakt en veroordeeld ziet worden in When They See Us en bedenkt dat ze al die jaren zonder reden achter de tralies zaten. Maar ook in Jackie kwam hij aan de orde, wanneer Bobby (de broer van JFK, minister van justitie onder zijn broer) zich afvroeg wat ze nu echt voor elkaar hadden gekregen. Zelfs als president is het dus niet vanzelfsprekend dat je voelt dat het zin heeft wat je doet. Of als first lady. Moeten we daarom meer energie steken in het leren omgaan met het idee dat veel dingen zinloos zijn of dat we zaken niet kunnen veranderen? Of moeten we juist alle aandacht besteden aan verkennen van andere routes voor meer dat ‘goed en waar’ is?

En dat wordt urgent door de dingen die spelen en zo helder worden beschreven in het boek van Geert Mak: op hoog niveau – hoe gaan we met elkaar om op deze planeet? En hoe houden we die planeet leefbaar? Ik broed op manieren om daar een rol in te spelen. En dus geeft het boek me energie. Het laat zien dat er een hoop te doen is, maar ook een hoop te winnen.

Mak sluit zijn boek met: ‘Nooit, nooit lijkt de toekomst op het heden’. Dat kan verlammen: wat staat ons te wachten? Maar het kan ook hoop geven. Alles zal anders zijn. Sterker nog: ondanks de grote uitdagingen die we overgeleverd krijgen uit het verleden hebben we wel degelijk een onbeschreven toekomst. Het is aan ons om die zo mooi mogelijk in te kleuren.

Een boek uitgeven, eindeloos leren en moeilijke keuzes maken. Dit was mijn 2019

In 2019 verscheen mijn boek GRIP. Het werd direct een bestseller. Ik zei in de zomer mijn fantastische baan als Hoofd Product bij Blendle op.

Dit is mijn verslag van een nogal uit de hand gelopen project en een bizar jaar.


Op vrijdagochtend 11 januari 2019 fietste ik in het donker door een guur Amsterdam. Ik zou van acht tot negen spreken over doelen stellen als team. Maar mijn hoofd was nog niet echt bij de lezing. Ik dacht aan wat er daarna stond te gebeuren: het was namelijk de dag waarop GRIP in de boekhandel zou liggen. En dus pakte ik na de lezing snel m’n spullen en sprong ik op m’n fiets. Onderweg, bij de eerste AKO die ik tegenkwam, schoot ik naar binnen. En daar lag ‘ie dan. Na jaren werk je eindproduct in een willekeurige winkel zien is ronduit magisch.

Het was de aftrap van een bizar jaar. GRIP is een groter succes geworden dan ik ooit had durven dromen. Ik verkocht inmiddels bijna 50.000 exemplaren, waarvan 3800 via mijn eigen website en de rest met name via bol.com, Managementboek, AKO en Bruna.

GRIP verkoopcijfers 2019

Even terug naar 2015. Op 1 februari publiceerde ik deze blogpost. Daarin blikte ik terug op de doelen die ik had gesteld voor dat jaar, en vatte ik het plan op om een maand lang elke dag een digitaal product onder de loep te nemen en hierover te publiceren op m’n blog:

Onboarding: the process of helping a user find their way in a new product or service. For the next 30 days, I want to review one product every day, jot down a few thoughts about them and publish them here.

Let’s make February 2015 last and set yourself at least one exciting goal.

Het bleek niet alleen een leuk en leerzaam project op zichzelf, maar met die 30 posts had ik ineens bescheiden research voor een groter artikel, voor mensen met dezelfde uitdaging in hun werk. Ik trok de stoute schoenen aan en schreef een website aan met mijn voorstel. Dat leidde er uiteindelijk toe dat ik het stuk (compleet en terecht kapotgeredigeerd door een briljante redacteur) mocht publiceren op A List Apart. De publicatie gaf me een geweldige motivatieboost: ik had het voor elkaar gekregen om te mogen publiceren in het digitale magazine dat ik al jaren met ongelofelijk veel plezier las. De les die ik leerde? Begin. Doe wat je kunt en volg je interesses. Documenteer je proces. Je bouwt aan een kathedraal waarvan je nog geen flauw idee hebt hoe hij eruit komt te zien, maar bouwen doe je wel degelijk.

Begin. Doe wat je kunt en volg je interesses. Documenteer je proces.

Op 29 december 2015 zat ik met goede vriend en accountability-partner Derk in een koffietent in Utrecht. We zaten daar om ieder ons jaarplan te maken, en ik dacht na over hoe ik meer zou kunnen schrijven. Ik had immers in het afgelopen jaar geproefd aan de lol ervan. Daar maakte een gedachte zich van me meester: wat als ik me voornam om een jaar lang elke dag een nieuwsbriefje te tikken? En zou het me daarmee lukken om iets toe te voegen in de zee van wekelijkse nieuwsbrieven? Het idee voor DailyPM was geboren. Een dagelijkse nieuwsbrief voor Product Managers. Ik noteerde waarom het project zou kunnen mislukken. Bovenaan stond: onvoldoende inspiratie. Dus bedacht ik: stel dat het me lukte om een lijst van 100 onderwerpen op te stellen, dan zou dat me de bevestiging geven die ik nodig had om elke dag te publiceren. Die eerste lijst kwam er zonder al te veel problemen. Dus hakte ik de knoop door: ik ga het doen.

Ging dit project door het dak? Zeer zeker niet. Aan het einde van het jaar had ik zo’n 500 abonnees op m’n nieuwsbrief. Het was op bepaalde momenten schrapen naar nieuwe onderwerpen. En ’s avonds na een afspraak moest ik vaak nog m’n laptop pakken om een stukje te tikken. Ik kreeg kritische opmerkingen over de edities en ik voelde de pijn van elke abonnee die afhaakte. Maar een doel is een doel vond ik, en ik merkte dat een dagelijks ritme voor mij lekker werkte. Er was daardoor simpelweg geen ruimte voor discussie: die nieuwsbrief moest er gewoon komen. Ik leerde welke onderwerpen mensen waardeerden (nieuwsbrieven over e-mail en productiviteit leverden bijna gegarandeerd reacties op). Ik ontdekte ook welk onderwerp mijn eigen bovengemiddelde interesse had (slimmer werken). Ondanks dat de groep abonnees niet zo groot was, zaten er lezers tussen die me nu, in 2020, nog steeds niet zat zijn. Een van hen was Thomas Moes.

Thomas runt een eigen startup, Homerun. Ik kende Thomas niet, maar Blendle was een van de eerste gebruikers van Homerun, een online product om kandidaten te werven. We ontmoetten elkaar op een borrel in TQ, een Amsterdamse broedplaats voor startups. We praatten een paar uur over startups, manager en leider zijn, slimmer werken en onze favoriete boeken. In mei 2017 vervolgden we ons gesprek op een terras. Daar zei Thomas: waarom maak je geen boek van je nieuwsbrief? Ik zat inderdaad al een paar maanden te broeden op wat een goede next step zou zijn. Een boek had ik nog niet serieus overwogen. Maar door zijn opmerking ging het balletje rollen. Ik sprak erover met Alexander Klöpping, die me voor ik het doorhad voorstelde aan Oscar van Gelderen, van uitgeverij Lebowski. Ik had nog niks op papier, daarom vroeg hij me een inleiding te schrijven. Het kwam niet tot een samenwerking. Logisch wel, want wat ik wilde schrijven paste totaal niet tussen de andere boeken van Oscars uitgeverij. Maar voor mij was het een cruciaal onderdeel van het proces: ik had een deadline gekregen voor een inleiding en iemand om vóór te schrijven. De afwijzing was niet tof. Maar ik wist ondertussen wel wat ik wilde maken. En nu zou het er komen ook.

In juni van 2017 sprak ik met Ernst-Jan Pfauth. Vlak voor z’n verhuizing naar New York, voor de lancering van The Correspondent, had hij een gaatje voor me in zijn agenda. Hij las ter plekke mijn inleiding en was glashelder over twee dingen. Ik moest het zelf gaan uitgeven. En ik moest het project niet zien als boek, maar als product. Van het eerste had ik geen idee hoe dat aan te pakken, maar een product bouwen – dat had ik vaker gedaan en voelde vertrouwd. Een product staat nooit op zichzelf, maar is een ervaring. Een goed product neemt je van begin tot eind bij de hand: via een mooie interface naar logische handleiding en fijne ondersteuning wanneer je vastloopt. Ik schreef geen boek, maar zou een product ontwikkelen om mensen te leren werken. We hadden het ook over de taal, en ik hakte ter plekke de knoop door dat het een Nederlandstalig boek moest worden. Een boek schrijven leek me al moeilijk genoeg. Laat staan publiceren en aan de man brengen. En ik kende nu eenmaal meer mensen in Nederland dan elders. Die keuze was gemaakt. Ernst-Jan was ook stellig over iets anders: een steengoede redacteur was essentieel. Ik moest eens gaan praten met Harminke Medendorp.

Het werd augustus en ik ontmoette Harminke bij de Ysbreeker in Amsterdam. De kans is gigantisch dat je verschillende boeken hebt gelezen, of op z’n minst hebt vastgehouden, waar Harminke aan meewerkte: ze is bijvoorbeeld redacteur van Paulien Cornelisse, Rutger Bregman en Hugo Borst. We hadden het over productiviteit, maar vooral over boeken maken. Over redactie- en correctierondes. Over wat alles kost. En ze had het over twee andere mensen: Ruth Bergmans en Maarten Richel. Het blijft fascinerend hoe belangrijk het is om mensen te ontmoeten en te spreken. Dit inzicht zou later een heel hoofdstuk in het boek worden, om mezelf eraan te blijven herinneren dat vaker je mond houden cruciaal is.

Twee weken later zaten we gevieren aan de koffie. Maarten als eigenaar van New Book Collective, die helpt bij distributie en verkoop. Ruth die PR voor boeken regelt. Ze wilden wel eens weten wie ik was, en ik was ook benieuwd. Met name naar wat Harminke al had voorgesteld: als team willen we participeren in een paar projecten. Dus in plaats van inhuren per uur worden we aandeelhouder in jou. Een boek goed neerzetten kost veel geld, maar door deze samenwerking zouden de kosten vooraf meevallen. En als het goed zou uitpakken, dan deelden zij mee in het succes. Het was een overtuigend verhaal, en ik kreeg snel na de afspraak een mailtje: ‘Wij zijn enthousiast.’

Oké dan.

Wat volgde was een proces van anderhalf jaar waarin ik met Harminke aan het boek werkte. Resoluut monterend, redigerend en strepend hielp ze me kritisch nadenken over eerst de opbouw. En ondertussen ook over de tekst: ‘Neem me zo veel mogelijk stap voor stap mee’ was telkens weer de feedback. Ik ging te snel en te kort door de bocht. Nam aan dat de lezer dingen al wist. En ook een eye-opener: ‘Verwerk niet je eigen schrijfproces in het verhaal. Dat is dodelijk saai voor lezers.’ Ik bikkelde door. ’s Ochtends vroeg voor ik naar kantoor ging, in de avonden en weekenden. Tussendoor lanceerden we daar Blendle Audio. Met m’n dochter op komst (Nore werd geboren in maart 2018) was mijn streven om het boek voor het voorjaar af te ronden. Ik sloot mezelf in februari 2018 een week op in mijn favoriete klooster en maakte flinke slagen, maar klaar was het manuscript nog zeker niet. In de maanden erop hakten we de knoop door over de titel en kozen we voor de vormgever: Moker Ontwerp. Die gingen voortvarend aan de slag. Ik verzamelde intussen een groepje mensen die zeer kritisch hoofdstukken lazen en me feedback gaven over grote en kleine dingen die scherper konden. De tijd begon te dringen maar ik nam zoveel als kon de feedback mee.

Je kunt dingen makkelijk doen. Of je maakt ze ingewikkeld. Voor het maken van het boek koos ik voor ingewikkeld. Een fysiek boek maken is ingewikkelder dan een ebook. Niet on demand printen maar groot denken en mikken op boekhandels en traditionele druk. Voorraadbeheer. Maar dit is nog niet eens het meest ingewikkelde. Want wie kent Rick Pastoor? Hoe zorg je dat je iets maakt wat opvalt? Hoe zorg je ervoor dat mensen je boek kopen? Ik dacht weer aan wat Ernst-Jan tegen me had gezegd: ‘Je maakt een product’.

Robert Cialdini schreef een boekje met de titel Influence. Hoe zorg je ervoor dat mensen doen wat je wilt dat ze doen? Cialdini beschrijft een rij tactieken. Eén ervan: social proof. Als we iets niet kennen, dan speelt de mening van onze vrienden of andere bekenden een grote rol. Vinden zij het goed? Dan ben je eerder bereid om overstag te gaan. En die social proof had ik hard nodig. Ik stelde een lijst namen op en met hulp van introducties, waarbij Alexander me ongelofelijk hielp, verzamelde ik een hele rij quotes over mijn boek. Dit proces kost veel tijd en energie, die je liever besteedt aan Netflix of scrollen door Twitter. Je krijgt vaker nee dan ja te horen. Je moet steeds op zoek naar de juiste toon, en naar de juiste mensen die je met de juiste mensen in contact kunnen brengen. Je hebt een hoop geluk nodig. Maar het is het waard. Soms levert het niet direct een quote op die je kunt gebruiken maar wel een waardevolle reactie. Dit is ook de wijze waarop ik rechtstreekse vragen insteek: ik zoek oprecht naar feedback op m’n verhaal. Vaker dan je denkt hebben mensen wel een beetje tijd voor je. Overspeel je hand niet, wees flexibel in je vraag en blijf respectvol – dan kom je een heel eind.

Ruth Bergmans had me feilloos door toen ze in ons eerste gesprek zei: ‘Rick, realiseer je dat je interviews moet gaan geven, je op de foto moet en als het even meezit kom je ook op tv. Ik weet dat je geen guru wilt worden, maar je ontkomt er echt niet aan om over je boek te praten. Ik ga daar m’n uiterste best voor doen.’ Als introverte en fotoschuwe nerd niet het meest prettige vooruitzicht. Maar het bleek cruciaal. Ik heb inmiddels handenvol interviews gegeven en moest evenzovaak op de foto. En ja, dat was elke keer ongemakkelijk, want ik deed dat meestal op het kantoor van Blendle, om tijd te besparen. Mijn collega’s genoten er telkens opnieuw van om mij door een fotograaf door het kantoor gedirigeerd te zien worden op zoek naar een mooie achtergrond en goed licht. Nogmaals sorry voor de overlast, jongens.

Ik krijg vaak de vraag hoe je een boek maakt. Mijn antwoord luidt dan meestal: als je eraan wilt beginnen simpelweg omdat het je zo leuk lijkt om een boek te schrijven moet je het niet doen. Het is een lang en energieslurpend proces. In 2018 vulde ik, naast mijn fulltime baan en de zorg voor mijn pasgeboren dochter, elk vrij moment met het werken aan het manuscript. Ik probeerde mijn kennis over het bouwen van online producten voortdurend toe te passen op het boek: ik deelde met heel veel mensen korte stukken uit het boek, vaak via mijn nieuwsbrief, en soms een op een. Zo zag ik welke stukken werkten en waar mensen afhaakten. Nadat Harminke en ik de laatste opmerkingen hadden verwerkt kwam er eerst een ronde met een persklaarmaker, gevolgd door de opmaak van het boek. Deze laatste stap had ik ook gecompliceerd door mijn collectie van schetsen en schermafbeeldingen die ik wilde terugzien. Studio Moker zette alles vakkundig in elkaar. Vervolgens deden we nog een laatste correctieronde van de drukproef.

Tussen Kerst en Oud en Nieuw eind 2018 rook ons hele huis naar drukinkt. Er stond namelijk een pallet boeken in de kamer. Ik had in m’n hoofd gehaald om de pre-orders zelf te verzenden. Leuk maar ook dom, want het is nogal veel werk. Ik regelde enveloppen en etiketten. Ik bouwde een scriptje dat labels maakte via de dienst MyParcel. Mijn vrouw Joàn en ik besteedden, heel romantisch, oudejaarsavond aan het inpakken van boeken.

En zo werd het 2019 – het jaar van GRIP. Met pieken en dalen.

Ik neem je mee door 12 maanden gekkenhuis:

Januari

Januari overkwam me. Met als hoogtepunt een kleine, intieme boekpresentatie met geliefden en vrienden. Ik had er in eerste instantie geen oren naar, maar het was uiteindelijk geweldig. Dingen vieren is niet m’n sterkste punt. Gelukkig is Joàn nooit te beroerd me op deze dingen te wijzen. In eerste instantie zou die borrel de aftrap van mijn boek zijn. Maar de werkelijkheid had ons ingehaald: door de pre-orders en verkoopaantallen door de media-aandacht knalde GRIP de Bestseller 60 binnen op plek 9. In eerste instantie drukten we 5000 boeken, maar de verkoop ging zo hard dat de tweede druk al bij de boekpresentatie in gang was gezet. We maakten ons zelfs zorgen of het er wel op tijd zou zijn en het boek leverbaar zou blijven in de winkels. Door een fantastische drukker en het snelle schakelen van Maarten (Richel) ging dat allemaal net goed.

De dag na het feestje stortte ik in. De laatste jaren leer ik steeds beter hoe ik het niet zo ver laat komen, maar het feit dat m’n lichaam zo duidelijk de handdoek in de ring gooit, beschermt me om mezelf over het randje te duwen. Irritant, maar waardevol.

Er gebeurde in deze maand te veel moois om allemaal in detail op te noemen, maar het allertofst was wel de stroom aan e-mails van mensen die zeiden echt geholpen te zijn met GRIP. Lezers die met de tips startten en daardoor meer rust in hun hoofd kregen. Daar doe ik dit voor.

Februari

Ik schreef GRIP heel bewust niet voor managers en leidinggevenden. Dat geldt ook voor mijn nieuwsbrief werkslim.nl. Ik begin steeds bij wat je vandaag kunt doen, en dat is vaak meer dan je denkt. Maar omdat het verzoek om materiaal voor managers me wel vaak bereikte had ik richting de lancering al bedacht om een extra hoofdstuk te schrijven: GRIP voor managers. In februari rondde ik het hoofdstuk af en stuurde die naar iedereen die het boek via mijn website kocht. Het hoofdstuk is inmiddels onderdeel geworden van de papieren versie.

Ondertussen bleven de positieve reacties en recensies binnenstromen. Ik mocht aanschuiven bij 5 Uur Live. Persoonlijk hoogtepunt van februari: een heerlijke week lezen op Lanzarote.

Maart

Het boekje Perennial Seller van Ryan Holiday is een must-read voor iedereen die iets wil verkopen. Kort en direct toepasbaar. Voor mij springt uit zijn verhaal dat je je voortdurend moet afvragen wat je uiteindelijke doel is: wil je nu geld verdienen of wil je een duurzaam netwerk van fans opbouwen? Holiday betoogt dat het laatste punt vele malen lucratiever is. En dat je daarom veel van je werk moet weggeven. Een gratis nieuwsbrief is daar een onderdeel van, maar ik wilde graag meer doen. Hans de Zwart, op dat moment nog directeur van de stichting Bits of Freedom, mailde me met de vraag of hij het boek op de een of andere manier aan zijn team kon geven. Kon ik ze misschien ondersteunen met een ‘gift in natura’? Non-profits hebben vaak heel beperkte middelen, helemaal als het gaat om individuele persoonlijke ontwikkeling. En toen bedacht ik: wat zou er gebeuren wanneer ik m’n boek in digitale vorm gratis maak voor iedereen die werkt voor een organisatie zonder winstoogmerk? Niet dat het tientje voor mijn e-book voor mensen niet op te brengen is, maar het kan net het laatste zetje zijn om ze over de streep te trekken en met GRIP aan de slag te gaan. Helemaal wanneer ze dit genre doorgaans links laten liggen. En is men eenmaal enthousiast, dan komt er op een bepaalde manier vanzelf een voor mij gunstig vervolg.

Zo gezegd, zo gedaan. Via gripboek.nl/nonprofit kunnen mensen heel eenvoudig een aanvraag indienen. Op basis van hun e-mailadres check ik of ze toegang krijgen en kunnen ze het e-book downloaden. Optioneel kunnen ze ook de e-mailcursus volgen die ik bij het boek ontwierp.

Inmiddels kregen 3015 mensen van 748 verschillende organisaties toegang en werd het boek via die weg duizenden keren gedownload.

April

Voor het eerst in m’n leven liep ik het gebouw van de Tweede Kamer binnen. Ik had er een afspraak met Gijs van Dijk, kamerlid voor de Partij van de Arbeid. Gijs had een stuk gepubliceerd over het recht op onbereikbaarheid. In een tijd waarin we bijna altijd een apparaat in ons hand hebben, zegt Gijs, zou het goed zijn om te overwegen of het niet goed zou zijn om wettelijk af te dwingen dat we op bepaalde momenten echt even afgesloten kunnen zijn van ons werk. Een goed initiatief. Tegelijk ook een lastig dilemma in een tijd waar iedereen ook graag op zijn of haar eigen moment wil werken. Ik schreef erover in mijn nieuwsbrief. Ik mailde Gijs mijn nieuwsbrief en vroeg hem of hij het leuk zou vinden bij te dragen aan een avond over de toekomst van werken, in Pakhuis de Zwijger. Ik kreeg een enthousiaste reactie terug en een uitnodiging voor koffie in Den Haag. Na een privérondleiding door het gebouw met wirwar van gangen, trappen en zalen spraken we over hoe je je als politicus staande houdt en je koers bepaalt. Over werkdruk en strategisch kiezen waar je je wel en niet mee bemoeit. En we spraken ook over het event, waar hij graag zijn bijdrage aan wilde leveren. Mijn les was opnieuw: nee heb je, ja kun je krijgen. Dus stel je concrete vraag aan de mensen die je inspirerend vindt. Wie weet wat ervan komt.

Ik schreef al eerder dat PR-kanon Ruth Bergmans me beloofd had me in ongemakkelijke maar vruchtbare situaties te brengen. Dat deed ze opnieuw door me het idee van dit evenement voor te stellen. Volgens Ruth zou het geen probleem moeten zijn om een zaal met 300 man te vullen. Op 26 april was het zover, en inderdaad, de zaal zat vol. Ik gaf wel eerder presentaties, maar nog nooit was ik de hoofdact. Anna Drijver modereerde de avond en dat deed ze fantastisch. We regelden een mooi panel met Alexander (die een flinke griep te pakken had maar toch kwam opdagen), Jorg Ruis (CultureBuilders) en Gijs van Dijk (PvdA) waarin ze spraken over werkdruk en wat ze daar vanuit hun verschillende perspectieven van vonden. Er klonk een scherpe column van Marian Spier. En ik deed een stoomcursus GRIP en mocht vertellen over wat ik zie als de toekomst van werken. De hele avond kun je terugzien op YouTube, trouwens.

Mei

‘Ken je het verhaal van Roodkapje?’ Ik dacht van wel. ‘Schrijf dit verhaal op in 100 woorden.’ Vervolgens moest ik hetzelfde doen, maar nu in 50 woorden. En in één zin. Convergeren betekent kiezen, zei Huib Hudig. Hudig is presentatiecoach en runt Speak to Inspire. Als je een verhaal moet indikken, dan blijven de highlights over. Je moet kritisch kijken naar wat je wilt overbrengen. Hierna volgde een oefening in divergeren: kies één aspect van het verhaal en diep dat uit met vijf eigenschappen. Ik koos de deur van het huisje van oma, en beschreef roestig deurbeslag, een gebroken ruitje met erachter een smoezelig gordijntje, bloedsporen en de afdrukken van wolfsklauwen op de deur. Vervolgens mocht ik op de rode stip gaan staan en moest ik dit verhaal vertellen, terwijl Huib me aanmoedigde en notities maakte.

Ik had deze leuke maar ook ongemakkelijke oefening grotendeels aan mijzelf te wijten, maar ook zeker aan Hans Janssen. Een bericht van Hans zat direct na het verschijnen van GRIP in m’n mailbox: ‘Wil je alsjeblieft een bijdrage leveren op een dag vol lezingen over slimmer werken?’ Hans wist me te overtuigen, en op 23 mei stond ik op het podium. Daar ontmoette ik de ‘rotten in het vak’: Mark Tigchelaar en Wouter de Jong. Als zij op het podium gaan staan gebeurt er wat. Hun verhaal is dynamisch, interactief en grappig. Wouter opende de dag en blies gelijk energie in de zaal. Hans mailde na het event: ‘Jij bent anders, Rick. Jij doet dit “erbij” en hebt minder die drive om het publiek te behagen. Je bent onafhankelijker je deelt gewoon je beste ideeën en ik vind dat heel mooi. Een aantal deelnemers vond dat ook heel tof, anderen wilden meer ‘geëntertaind worden’ en daar ben jij minder van.’ Hans had het goed gezien: ik heb een hekel aan ‘fluff’ en ga het liefst direct de diepte in. Als mensen duizend euro betalen voor een ticket, ga ik er vanuit dat die mensen zoveel mogelijk informatie willen. Een goed verhaal is belangrijk, maar hoe je het overbrengt zorgt ervoor dat een verhaal ook kan landen. Dat bleek minstens zo belangrijk, realiseerde ik me. En zo kwam ik bij Huib terecht. Volgens Hans de beste sprekerscoach die er is, iemand die me de juiste dingen kon leren. En daar had ik heel erg veel zin in.

Huib maakte mijn hoge verwachtingen volledig waar. Hij hielp me mijn verhaal te structureren en te voorzien van meer persoonlijkheid. Hudig: ‘Mensen geloven echt wel dat het goed zit met de inhoud. Nu willen ze zich graag met jou verbinden. Een connectie maken. Dus moet je laten zien wie je bent.’ En dat merk ik wanneer ik tegenwoordig mijn verhaal deel. De les? Wees bereid om je portemonnee te trekken voor professionele coaching. Hoe specifieker je vraag aan zo’n coach, hoe meer het oplevert. Natuurlijk kun je een hoop leren via boeken en video’s, maar een expert die tijd met je doorbrengt stipt in korte tijd precies aan wat voor jou van belang is.

Juni

Ik schreef hiervoor al over mijn redenen om het project GRIP in het Nederlands uit te voeren: zo’n groot project zou al ingewikkeld genoeg zijn, en elke factor die het me ietsje gemakkelijker zou maken wilde ik grijpen. Toch dacht ik vanaf het begin: als dit werkt dan moet er ook een vertaling van het boek komen. En in de weken en maanden na de lancering kreeg ik telkens weer die vraag: wanneer verschijnt er een Engelstalige editie van GRIP zodat ik die aan m’n collega’s kan geven? Niet vreemd, want talloze bedrijven hanteren Engels als voertaal. Ook binnen Blendle had ik met alleen een Nederlandse editie een heel deel van mijn collega’s buitengesloten. Vanaf juni ging ik serieus met de voorbereidingen voor een internationale editie aan de slag.

Na lang zoeken ontmoette ik Erica Moore. Erica was direct enthousiast over het project en haakte aan bij het organiseren van een steengoeie vertaling. Ze hielp me inmiddels aan een vertaler. Daarnaast hielp ze me met het van de grond krijgen van de Engelstalige versie van mijn nieuwsbrief, en zorgt nog steeds voor zeer fijne vertalingen daarvan.

Maar juni was ook een pittige maand. Het Blendle managementteam, waar ik onderdeel van uitmaakte, was meer dan verdubbeld. Daardoor veranderde mijn werk bij de startup volkomen – het was eigenlijk gewoon een nieuwe baan. Ik probeerde deze grote verandering te combineren met alles wat ik buiten Blendle deed. En dat begon te schuren. Ik voelde dat ik hard had gewerkt. En er werd van alle kanten aan me getrokken: bij Blendle moest ik bijschakelen, maar ook rondom GRIP kreeg ik meer vragen en had ik meer ideeën dan ik tijd had.

Optimaliseren van je productiviteit begint simpel: doe minder van de dingen waar je niet zo goed in bent én doe minder dingen die niet passen bij je doelen. Dan krijg je direct meer tijd. Dan zal zowel je productiviteit als je kwaliteit toenemen. Maar soms is dit knap ingewikkeld. Als er alleen maar boeiende, uitdagende en mooie dingen overblijven en je die toch teveel zijn, dan moet je keuzes maken die pijn doen. En hoewel ik de knoop nog niet durfde door te hakken voelde ik wel dat er iets moest veranderen.

Juli

Op 19 juli 2019 ging ik eten met goede vriend Arnoud. Jaren eerder had hij me bij Blendle geïntroduceerd. En nu deelde ik mijn puzzel, waarop hij zei: wil je doen wat je nu omschrijft, dan moet je je Blendle-werk in twee dagen per week gaan doen. Dan had ik twee dagen per week voor GRIP en kon ik een dag vrijmaken om met dochter Nore te zijn. ‘Onmogelijk’, reageerde ik. ‘Ik voel me al beperkt in vier dagen, laat staan dat ik die tijd moet halveren.’

‘Tsja’, zei Arnoud, ‘er is eigenlijk maar één alternatief: stoppen’.

Zo ver was ik nog niet.

De week erop, op 23 juli, hadden we een heidag met het Blendle managementteam. Daar merkte ik hoe moe ik eigenlijk was. Het ene na het andere nieuwe idee kwam langs, maar ze maakten me niet enthousiast zoals dat eerder wel het geval was geweest. Ik vond eigenlijk alles niet goed. Toen ik thuis op de bank zat na een slopende dag vroeg ik me hardop af: zijn het echt slechte ideeën of ben ik zelf eigenlijk gewoon klaar? Was de rek eruit?

Op 25 juli kreeg ik het antwoord. Niet het managementteam, maar mijn eigen teamleden lieten me duidelijk merken dat ze een sterkere en meer dan alleen fysiek aanwezige Rick nodig hadden op de werkvloer. Waar ik dacht dat ik vooral zelf worstelde in een nieuw team, schoot ik voor hen ook tekort. Die middag zei ik tegen Alexander dat ik niet meer kon. Ik huilde. Van vermoeidheid en onmacht, maar ook omdat ik me begon te realiseren dat ik afscheid moest gaan nemen.

De volgende dag ging ik zeilen met mijn moeder. Ze heeft volkomen de regie op het water en daar geniet ik altijd erg van. Ik voer gewoon uit wat ze me opdraagt. Ik vertelde haar wat er die week gebeurd was en hoorde mezelf zeggen: ‘Mam, het kan best wel eens zijn dat het klaar is’.

De maandag erop besloot ik met Alexander dat het goed was als ik even afstand van de werkvloer nam dat ik heel augustus vrij zou nemen om na te denken over het vervolg.

Augustus

GRIP-technisch gebeurde er in augustus niet zoveel. Ik ging een week wandelen met mijn broer en zus in de bergen van Oostenrijk (dat zal je wellicht bekend voorkomen – het is geen verzonnen voorbeeld in het boek). Ik ging een week met Joàn en Nore naar zee. Ik las boeken en dronk met mensen koffie. Ik schreef op hoe het zou zijn om door te gaan bij Blendle. Ik schreef op wat er dan anders zou moeten, welke rol ik voor mezelf zag. Ik verkende wat ik zou doen als ik zou stoppen. Ik sprak erover met m’n uitgeefteam, met m’n coach, met vrienden en familie.

En toen hakte ik de knoop door. Ik zag in dat het eigenlijk een fantastisch moment was om te stoppen. Het nieuwe management had zonder mij ineens alle ruimte gekregen om dingen anders aan te pakken. Je kent het wel: juist de dingen waarvan je zelf al jaren zegt dat ze geen goed idee zijn. Waarom dat zo is kun je niet eens altijd meer goed uitleggen. En nu gingen ze die dingen gewoon regelen, en bleken ze top te werken. Nieuw leiderschap is gewoon gezond. Natuurlijk, diep in je hart hoop je ergens dat alles in elkaar stort op het moment dat je een stap opzij doet. Zodat je ziet hoe onmisbaar je bent. Maar ik merkte ook dat het me trots maakte dat alles zo probleemloos doordraaide, en waarschijnlijk zelfs beter dan ervoor. Ik had bijgedragen aan dit team, aan deze cultuur. Slimme mensen aangenomen die zelf hun plan trokken. Nieuwe leiders gevonden die het stokje geweldig overnamen.

Alexander zei het ook treffend, toen we dit aan de collega’s vertelden: eindelijk gaat Rick eens luisteren naar de adviezen die hij zelf heeft opgeschreven. Fair point.

En zo sprong ik van de rollercoaster.

September

Tegenover me zat een groep van tien bestuurders en executives. Ik hield een lezing voor het Lunar Institute. Zij organiseren zogenaamde Impact Circle’s, waarin een groep leiders drie jaar lang met elkaar optrekt. We zaten in een fantastische ruimte met een grote glazen pui en keken uit over het Noordzeestrand. Het Lunar Institute had me gevraagd om iets te vertellen over mijzelf. Geen lezing dus over de inhoud van GRIP, maar een verhaal wat deze leiders zou kunnen inspireren in hun werk.

Ik had een ingang bedacht. In plaats van een college te geven was het mijn plan om deze doorgewinterde professionals mee te nemen in het perspectief van de jonge medewerker. Niet om me te beklagen over hen of over de millennial, maar om een appèl op deze leiders te doen. En dat werkte. Ik kreeg natuurlijk kritische vragen over mijn verhaal, maar er ontstond vooral energie.

Bijzonder om in zo’n setting terecht te komen. Het had niet direct te maken met GRIP, maar zonder mijn boek had ik er nooit gezeten. Het is een onderstreping van mijn punt dat wat je doet in kleine stapjes telkens doorwerkt naar iets groters. Mits je die kansen ook ziet en ze aangrijpt op het moment dat ze zich aandienen.

Je kunt het hele verhaal hier teruglezen.

Oktober

De Engelstalige nieuwsbrief was inmiddels in full swing, met elke week een nieuwe editie en een langzaam groeiende lijst abonnees. Ik zette in oktober stappen samen met creatief reclamebureau The Social Club om GRIP actiever te promoten. De voorbereiding voor de eerste GRIP Jaarplandag waren in volle gang. Samen met Reinier Ladan lanceerde ik een nieuwe wekelijkse podcast onder de titel Snuggere Zaken. Oh, en Joàn, Nore en ik verhuisden. Operationeel ging het prima, maar op de grotere lijnen liep ik tegen een muur op.

Direct na mijn besluit om te stoppen bij Blendle, in augustus, had ik zin om allerlei nieuwe projecten uit de grond te stampen. Ik had maanden op dit moment gewacht. Ik sprak voortvarend met een paar mensen en verkende ideeën voor samenwerking. Maar het kwam tot niks. Tegen mijn omgeving verantwoorde ik mijn aarzelingen door gewoon te zeggen: ‘Is het slim om van de ene rollercoaster gelijk in de volgende te duiken?’ En achteraf bleek het wijs: ik denk niet dat het gezond was geweest om mezelf te forceren een volgend project te starten. Ik had echt meer tijd nodig om alles wat er in die vijf en half jaar Blendle en inmiddeld dik negen maanden GRIP gebeurd was op een rij te zetten. Dus besloot ik om mezelf tot het einde van het jaar speeltijd te gunnen, zonder plan. En daarmee werd het ineens allemaal leuk. Ik bedacht dat ik elke week met iemand wilde afspreken die ik nog niet eerder in real life had ontmoet – mijn lijstje met kandidaten was in de afgelopen maanden gegroeid maar had er door tijdsgebrek niks mee gedaan. In het derde deel van GRIP, het hoofdstuk over advies vragen, schrijf ik dat praten met slimme mensen naast nuttig ook heel leuk is, en dat ervoer ik nu zelf opnieuw.

Ik eindigde de maand in België, waar ik met m’n vader een tour over de slagvelden rond Ieper deed. Op een paar vierkante kilometer sneuvelden tienduizenden soldaten. We stonden bij The Last Post, waar sinds de Eerste Wereldoorlog elke avond een herdenking plaatsvindt. Het maakte veel van de dingen waar ik me zorgen over maakte triviaal. Het zette mijn plannen in een ander licht: wat is nog relevant over 100 jaar? In mijn geval zorgde dat enerzijds voor luchtigheid, om ook vooral dingen te doen omdat ze leuk zijn. Aan de andere kant motiveert het me om harder te zoeken naar de dingen die wel degelijk duurzaam van waarde zijn.

November

Ik kreeg een heel bijzonder kerstpakket van het GRIP-team: een mand met allemaal knalgele producten. Van advocaat tot chocolademelk. Maar ook iets anders waar ik al een tijdje naar uitkeek: een luxe gebonden uitgave. In de zomer hadden we plannen geprobeerd te smeden voor een kortingsactie. Dat was mislukt: de wet op vaste boekenprijzen maakte het lastig om een leuke actie op touw te zetten. Het woord hardcover was wel gevallen. In september mailde ik het team: zullen we die speciale editie gewoon gaan maken?

Harminke wist wel wie we ervoor moesten hebben: drukbegeleider Tim Beijer. We spraken af, en Tim had z’n tas mee met tientallen soorten en kleuren omslagmateriaal. We hadden dankzij zijn adviezen snel helder wat het moest worden: een linnen-achtige papiersoort die luxe aanvoelt in combinatie met zwartfolie. Harminke ging met Tim en de heren van Moker aan de slag. De hardcover die ik aantrof in het kerstpakket overtrof mijn verwachtingen: het formaat, de kleur en het gevoel van het boek was precies hoe ik het in m’n hoofd had gehad.

Het was een gok of deze editie wat zou opleveren, maar dat viel lang niet tegen. We drukten 3000 stuks, verkochten zo’n 1000 exemplaren tot zover en bereikten hiermee ook andere boekhandels.

December

De maand december eindigde met een fantastische dag op een kantoor in Hoog Catharijne, maar begon op een kantoor in de Pijp. Iedereen wie ik vertel dat ik worstel met m’n focus en concentratie nu ik niet meer dagelijks op een kantoor aan het werk ben kijkt me vreemd aan: heb jij daar last van? Ja dus. Ik bedacht in november dat ik m’n aanpak moest veranderen. Het werken in koffietentjes, hoe gezellig dat ook is, werd vermoeiend en frustrerend. Misschien kwam het doordat ik een paar weken dezelfde plek had gebruikt in ‘inspiratiemodus’ en nu op dezelfde plaats probeerde te werken.

Ik vond een kleine werkplek in de Pijp, waar ik drie dagen per week een bureautje kon huren. Het was een verademing om in alle rust te kunnen werken, om me niet opgelaten te voelen een koffietent de hele dag als kantoor te gebruiken. Het blijft bijzonder om te merken wat je omgeving kan doen met je werklust. De les voor mij: ik had dat al eerder kunnen signaleren en deze stap moeten zetten.

En toen werd het 27 december. Ik publiceerde al een los verhaal over de jaarplandag, dus zal het hier niet allemaal herhalen. Maar net als bij het evenement in Pakhuis de Zwijger in april vond ik het ook hier weer magisch om zoveel enthousiaste verhalen over GRIP terug te horen. Een boek en nieuwsbrief zijn zo lekker anoniem en op afstand. Dit was het tegenovergestelde. De focus van de deelnemers was indrukwekkend. Overal zag je ingespannen blikken en er werd druk geschreven aan reflecties en plannen. Het trof me: toen ik vier jaar geleden mijn dagelijkse nieuwsbrief bedacht had ik geen flauw idee nu hier te staan. En nu zag ik een grote groep mensen zelf plannen smeden, met grote en kleine effecten op de komende maanden.

In lezingen zeg ik vaak: hoe geweldig zou het zijn als we allemaal een paar minuten per week stil zouden staan om te bedenken wat we graag zouden willen dat er gebeurt. Deze 100 mensen in een kaal kantoor in Utrecht trokken er een hele dag in hun vakantie voor uit.

Zo veel mensen actief bezig zien met GRIP en hun jaarplan was niet alleen een geweldige afsluiting van december, maar was simpelweg de meest fantastische afsluiting van dit bizarre jaar dat ik me had kunnen voorstellen.

Het is mijn missie om mensen te helpen slimmere keuzes te maken. GRIP is daar een geweldige aftrap van en ik had me geen betere start kunnen voorstellen. Maar het is ook niet meer dan een mooie aftrap. Er is nog zoveel meer te verzinnen en te bedenken om niet alleen ons werk, maar ook onze levens slimmer in te richten.

Een klein tipje van de sluier: ik lanceer binnenkort een officiele GRIP Community, en binnenkort kun je ook binnen je organisatie aan de slag met GRIP via een mooie samenwerking met Jobtraining.

Later meer hierover, want zoals ik aan het einde van mijn serie dagelijkse nieuwsbrieven op 31 december 2016 schreef: ‘I’m just getting started’.

Praktisch werken aan diversiteit

Uit Het Grote Gevecht door Jeroen Smit:

Om de doorstroming van vrouwen aan de top te versnellen stelt Van Heemstra voor om vijftien vrouwen die carrière proberen te maken ieder kwartaal in groepjes van drie de leden van het Executive Committee [van Unilever] te laten coachen. Zij kunnen de mannen wijzen op de problemen waar vrouwen in het bedrijf tegenaan lopen.

Simpel idee natuurlijk, maar ik hoorde gek genoeg nog niet eerder hiervan. Het is vaak zo dat er vooral bij het recruitmentproces gekeken wordt (en ook moet worden) naar de diversiteit. Tot die tijd is er niet veel meer wat je kunt doen dan kletsen. Deze tussenweg, om een MT actief te laten coachen door vrouwen in de organisatie (simpelweg door mee te laten lopen en te laten zien waar de schoen wringt) vond ik wel elegant.

Fred Wilson schetst de grootste thema's voor de komende tien jaar

Bondig maar diep doordacht overzicht van de thema’s die de komende tien jaar zullen spelen. Het roept de vraag op welke positie Nederland kan en wil innemen in deze thema’s. Heel plat: we moeten ons realiseren dat we door onze geografische ligging serieus moeten nadenken over onze strategische keuzes voor relevantie en economische groei.

One of my favorite quotes, attributed to Bill Gates, is that people overestimate what will happen in a year and underestimate what will happen in a decade.

Lessen van Bob Iger

Een lijstje lessen die Bob Iger deelde in zijn Masterclass:

  • Blijf nieuwsgierig. Blijf leren. Nieuwe plekken zien en mensen ontmoeten. Dat kost tijd, gun jezelf dat.
  • Blijf eerlijk, niet nep. Zeg niks dat je niet meent. Wat niet waar is. Authentiek blijven is ongelofelijk belangrijk. Laat het weten als je een situatie meemaakt waar je het antwoord niet op hebt.
  • Opereer met integriteit. Heb hoge standaarden en leef daarnaar. Kijk naar integriteit in hiring.
  • Probeer perfectie te bereiken. Werk hard om iets goeds te maken. Goede dingen maken is noodzakelijk om te overleven. Accepteer geen middelmatigheid.
  • Wees redelijk en neem verantwoordelijkheid voor je fouten. Wees toegankelijk als leider. Geef mensen tweede kansen als ze een fout maken.
  • Wees besluitvaardig. Neem de tijd om je besluiten te bestuderen, maar zorg er ook voor dat je besluiten neemt. Mensen houden van duidelijkheid. Leer van je besluiten, maar ga je besluit niet heroverwegen.
  • Zorg voor ‘candor’. Zorg dat mensen slecht nieuws met je delen. Zorg dat mensen accountable zijn. (Hoe?) zorg dat ze weten dat ze werken in een veilige omgeving.
  • Projecteer optimisme, altijd. Als je als leider geen way out meer ziet, dan zien je mensen die ook niet.
  • Zorg voor humor. Cruciaal voor mensen om aangehaakt te blijven.
Worden we nou echt productiever?

Ik keek de documentaire ‘Wat is kenniswerk’. Martijn Aslander en de andere geïnterviewden stippen een hele batterij enorm zinnige vragen aan: hoe gaan we om met de toenemende informatiestroom? Hoe kan het dat we aan de ene kant heel goed weten waardoor we worden afgeleid, maar dat we daar toch niet goed weerstand tegen kunnen bieden? En wat is de link met de burnouts die door het dak schieten?

Wat me ook opnieuw raakte: als je economisch kijkt zijn we met elkaar helemaal niet zoveel opgeschoten de laatste tijd. Het BBP (Bruto Binnenlands Product) stijgt al jaren maar marginaal. Waar we dus in ons hoofd soms kunnen bedenken dat we enorme slagen hebben gemaakt, door onze hulpmiddelen en tools, is dat nog niet te zien in de cijfers. Je zou zelfs kunnen beargumenteren dat je het wél ziet in de cijfers, maar op een negatieve manier. Er is ook echt wel wat af te dingen op die afwezigheid van groeiend BBP, want daar wordt enkel en alleen gekeken naar economische opbrengst per gewerkt uur. Factfulness, het boek van de inmiddels overleden Hans Rosling, haalt bijvoorbeeld feit na feit aan om te laten zien dat het op bijna alle vlakken beter met ons gaat. Inzoomen op kenniswerk geeft dan wellicht een vertekend beeld.

De documentaire roept op om de mens telkens centraal te stellen. De menselijke maat kan helpen om richting te geven. Aslander linkt het aan alle gedoe bij de Belastingdienst, die wellicht voorkomen had kunnen worden door menselijker te zijn. Misschien. Menselijkheid komt ook met een prijskaartje en door onze zoektocht naar goedkoper en sneller schuiven we de menselijkheid als eerste aan de kant.

Wat de oplossing is? ‘Terug naar hoe het was’ in ieder geval niet. Een stuk software? De belofte dat een nieuw softwarepakket al onze problemen zou oplossen en ons productiever zou maken is al zo vaak niet waar gebleken dat veel mensen vooraf al moe zijn. En dus maar blijven doorploeteren.

We zijn geneigd om te denken dat alle grote uitvindingen intussen wel zijn gedaan, maar de geschiedenis leert dat dit men al heel lang denkt. Dus is er hoop. En ook werk te doen.

Dus: wat is de stoommachine voor ons hoofd? Wat moeten we daarvoor loslaten? Moeten we dan juist beginnen bij de details, dus: welke tactieken werken en welke niet? We hebben hierover echt veel te weinig data en baseren blogpost na blogpost op studies over afleiding uit 1997. Of moeten we juist beginnen bij meer informatie op hoofdlijnen, zodat we weten waar we naartoe moeten werken? Ik noem maar wat, wat zijn de 10 belangrijkste niet opgeloste problemen, gegroepeerd per industrie? Zodat we de fundamentele dingen tackelen.

Initiatieven zoals het (heel slimme) Building a second brain of Farnam Street proberen door middel van onderwijs en tactieken ons denken naar een hoger niveau te tillen. Je zou kunnen zeggen dat ik dat met GRIP op tactisch niveau ook poog. De belofte is dan: wen jezelf een set regels aan voor werken en denken, en je bent minder lang aan het nadenken om hetzelfde voor elkaar te krijgen. Je maakt minder fouten. Minder overhead. Maar misschien moeten we toch overwegen hoe, zoals dus die stoommachine, we die kracht vanuit ons hoofd naar een extern systeem kunnen verplaatsen. Dan is hij niet meer afhankelijk van onze eigen energie en discipline.

Food for thought. Als je dit boeiend vind, neem dan de tijd die documentaire even te kijken. En laat het me weten wanneer je gedachten hebt bij fundamentele oplossingen.

Doen wat niet leuk is en niet doen wat de massa doet

We’ve got to realize right from the start that success is something which is achieved by the minority of men, and is therefore unnatural and not to be achieved by following our natural likes and dislikes nor by being guided by our natural preferences and prejudices.

Als je iets wilt wat een minderheid heeft is het voorbeeld van de massa volgen geen goed idee.

Dit staat je te wachten als je nu jonger dan 30 bent

Jonathan Franzen, geciteerd door NRC:

Als je jonger dan zestig bent, heb je een goede kans getuige te zijn van een radicale destabilisering van het leven op aarde – grootscheepse misoogsten, apocalyptische branden, instortende economieën, epische overstromingen, honderden miljoenen mensen die regio’s ontvluchten die onbewoonbaar zijn geworden door extreme hitte of permanente droogte. En ben je jonger dan dertig, dan zal je dat vrijwel gegarandeerd meemaken.